Interview met Frans voor het tijdschrift "Quintette'

John Desmares in gesprek met gitaarbouwer Frans van Oosterhout

 

Geldrop, een rustig plaatsje in de schaduw van de Lichtstad Eindhoven.

Als je binnenrijdt valt meteen de mooie koepel op van de Sint Brigidakerk. Een driebeukige kruisbasiliek die is opgetrokken in

neo-romanogotische stijl. Het doel van mijn bezoek zit een paar straten achter dit mooie bouwwerk: Lutherie van Oosterhout, Sluisstraat 33.

 

Ik stap de showroom binnen en wordt vriendelijk door Frans begroet.

De showroom straalt de sfeer uit van iemand die enthousiast met zijn vak bezig is en bij wie het “naar rechts richten” niet de hoogste prioriteit heeft.

Zijn showroom staat vol met diverse snaarinstrumenten, gitaren, violen, cello’s en luiten.

In de hoek staat een miniharp en verder zie ik nog diverse historische snaarinstrumenten. Een paar akoestische versterkers om de gitaren uit te proberen. Een vitrinekast vol met piëzo’s, snaren, boeken etc. Ook staan er gitaren die hij inkoopt. Hij heeft een dealerschap van Blueridge en Gitana

Onder het genot van een kop koffie steekt Frans van wal.

 

Geboren in Lierop. Zijn vader was aannemer in de bouw. Zij hadden een eigen timmerbedrijf bij het huis.

Daar leerde Frans al vroeg omgaan met hout. Verder had zijn vader een café met danszaal. Ook hier heeft Frans het nodige opgestoken.

Frans wilde in de voetsporen treden van zijn vader en bezocht daarvoor een technische school in Eindhoven. Op de fiets ging hij van Lierop naar Eindhoven en tijdens deze rit passeerde hij de showroom van gitaarbouwer Jan van de Heuvel in Geldrop. Bij deze showroom moest hij altijd even stoppen om zich te vergapen aan de diverse soorten vreemde snaarinstrumenten. Dit was het begin van zijn passie.

We maken een klein sprongetje naar Jan van de Heuvel. De roots van Frans van Oosterhout zijn lutherie.

 

Jan van de Heuvel is medio 1955 begonnen met instrumenten te bouwen. Na een korte tijd is hij, zoals veel Nederlanders deden in die tijd, samen met zijn vrouw geëmigreerd naar Australië. Hij zette ook hier het gitaar bouwen voort en had een grote winkel in Melbourne.

In Australië heeft hij toen zijn bedrijfsnaam vastgelegd. Juan Reinier Da Montagne en onder die naam Da Montagne is hij doorgegaan met gitaren bouwen. Maar zijn hart lag toch in Nederland en omstreeks 1967 is hij teruggekeerd naar Nederland, samen met zijn vrouw en hun in Australië geboren dochters. Terug in Nederland heeft hij zijn bedrijf voortgezet onder dezelfde naam. Hij heeft zich toen gevestigd in Geldrop aan de Jan van Amstelstraat.

Jan bouwde vooral klassieke- en flamenco gitaren. Hij was zeer Spaans georiënteerd wat ook blijkt uit zijn naamkeuze.

Veel geschoolde gitaristen kochten bij Jan hun gitaar. Hij stond hoog in aanzien. Tussendoor werkte hij ook nog bij de Egmond gitarenfabriek als adviseur. Tot de sluiting van de fabriek heeft hij daar gewerkt. Daarna verhuisde hij naar een mooi herenhuis op de Heuvel in Geldrop. Op zolder was zijn atelier, beneden de showroom compleet met bar en iedere zaterdag kwamen de muzikanten samen om te jammen.

Naast zijn klassieke- en flamenco gitaren maakte hij ook nog luiten, vihuela’s en andere historische snaarinstrumenten.

Verder had hij nog diverse leerlingen in opleiding.

Terug naar Frans van Oosterhout.

 

Vol met passie voor snaarinstrumenten, opgedaan door zijn dagelijkse rit langs de showroom van Da Montagne.

Tijdens het uitgaan ontmoet Frans een meisje en het klikte meteen. De Goden waren hem goedgezind, want het bleek Neville te zijn, de dochter van Da Montagne. Buiten het geluk van de prille liefde was dat een sublieme entree naar de snaarinstrumenten.

In zijn vrije tijd had hij al een Quatro (soort Ukelele) gebouwd. Op een dag ging zijn schoonvader in spé met zijn leerlingbouwers naar Duitsland om hout in te kopen. Frans gaf te kennen: “Breng voor mij ook maar een paar setjes mee”.

Toen heeft hij onder begeleiding van Jan een luit en een klassieke gitaar gebouwd. Frans werkte destijds in de bouw, waar het overigens zeer slecht in ging. Met gevolg dat hij in de WW belandde. In die tijd heeft hij zich het gitaar bouwen eigen gemaakt. Zo’n 5 jaar heeft Frans meegelopen en geleerd van zijn schoonvader. De zaak ging geleidelijk aan over naar Frans en de locatie verhuisde naar Lierop.

 

Als zelfstandige heeft hij in het begin hoofdzakelijk klassieke gitaren en flamenco gitaren gebouwd, maar daarlangs ook luiten, vihuela’s, draailier, vedel (voorloper van de viool) etc. etc.

Zijn brede kennis van diverse instrumenten en met name historische instrumenten heeft hij opgedaan, uiteraard bij zijn schoonvader, maar ook in de musea en door bergen literatuur er op na te slaan.

Na Lierop ging het bedrijf, via een paar jaar aan de Nieuwe Dijk te Geldrop, naar het huidige adres aan de Sluisstraat 33 te Geldrop. Zijn kennismaking met de Gipsygitaar begon met reparatie werkzaamheden voor de Sinti-gemeenschap van de omliggende dorpen. Hij heeft o.a. diverse gitaren gerestaureerd en gerepareerd voor Wasso Grünholz en Sani Rosenberg en vele anderen.

 

De echte bouw van een Gipsygitaar is begonnen met de komst van Stochelo en Nous’che Rosenberg. Zij kwamen met een Maccaferri en een Selmer gitaar, die ze ter reparatie aanboden. Bij een van de gitaren heeft hij het achterblad los moeten halen om te restaureren.

Tevens kon hij alle maten opmeten van de instrumenten. Beide gitaren zijn tot ieders tevredenheid gerepareerd. Dat was de start voor een eigen produktie. Een van zijn eerste Gipsymodellen is gekocht door Paulus Schäfer, toen nog een jong ventje.

 

Stochelo Rosenberg wilde een Maccaferri model met nylon snaren en 14 frets t.b.v. de opname van de cd Noches calientes.

Via Coen de Kouter, die in het bezit was van zo’n gitaar, heeft hij alle informatie gekregen en heeft hij deze gitaar voor Stochelo kunnen bouwen.

Dit prachtstukje was geheel van India palissander met een fichte bovenblad en walnotenhals voorzien van een ebben toets. Frans maakte toen nog zijn eigen staartstukken. Nu koopt hij ze in. Inmiddels heeft hij zo’n 20 modellen Gipsygitaren gemaakt.

Op zekere dag kwamen Sani Rosenberg en Wasso Grünholz bij Frans met een speciale gitaar, een Italiaans model, type “Marius”, een gitaar uit de jaren 30/40. In opdracht van Sani Rosenberg moest hij 2 modellen bouwen exact volgens het voorbeeld. Frans heeft de tekening gemaakt en 2 stuks gebouwd.

 

Wat bij Frans van Oosterhout opvalt is zijn veelzijdigheid in modellen. De mallen voor zijn gitaren maakt hij ook zelf. Een houtbewerkingsopleiding heeft hij nooit gehad. Hij heeft veel geleerd in de timmerwinkel van zijn vader en natuurlijk een goede leermeester gehad aan zijn schoonvader.

 

Zijn houtvoorraad maakte grote indruk op mij. Via zijn schoonvader heeft hij her en der veel hout gekocht. Zijn palissander laat hij gemiddeld 8 jaar liggen. Rio 15 jaar. Het fichte en ceder 5 tot 6 jaar. Uiteraard in het juiste klimaat en omstandigheden.

Voor het zij- en achterblad gebruikt hij vooral palissander uit India, Brazilië en Honduras. Bij flamenco gitaren is het zij- en achterblad van cipressen en bij andere modellen is het vaak alle soorten esdoorn. Voor zijn halzen gebruikt hij esdoorn, sipo mahonie. Bij Gipsy modellen is de hals van walnoten.

De toets is van ebben naar gewenste dikte. Bovenbladen vooral Berg fichte en Red ceder.

Alle opdrachten zijn in samenspraak met de klant, zowel model als de houtsoorten komen dan uitgebreid aan de orde.

Zo heeft iedere klant zijn eigen unieke model. Frans is nooit seriematig bezig en hij staat altijd open voor ongeacht welke opdracht, aanpassing, reparatie of advies.

 

Zijn meest recente opdracht is een traditionele flamenco gitaar. Bovenblad van fichte, achter- en zijbladen van cipressen, hals van cedero (loofceder) en een ebben toets. Geen mechanieken maar met houten stempennen. Voorzien van de traditionele zandbalkjes. Bij de zangbalkjes viel mij op dat die bij de flamenco gitaar anders waren dan bij de klassieke gitaar. Bij de flamenco gitaar liggen ze schuin, dat geeft qua toon een dieper laag en een feller hoog. Bij de klassieke gitaar liggen ze recht.

De balans is daardoor meer gelijk en de toon warmer.

Een traditionele halsaanzetting, halsblok is uit een stuk, waar de sleuven zijn in gefreesd en de zijwanden ingeschoven worden. Frans gaf toen een betoog over de verschillen tussen de diverse typen gitaren en dat zo diepgaand dat ik u dit zal onthouden.

Advies: Bezoek hem een keer en laat u inspireren.

Jarenlang heeft hij nog gewerkt onder de naam Da Montagne, maar in 2007 heeft hij het laten omzetten bij de KvK en nu werkt hij onder de naam: 'Lutherie van Oosterhout'

 

Frans is lid van de NVMM (Nederlandse Vereniging MuziekinstrumentenMakers).

 

Het was een prettig bezoek en ik dank Frans hartelijk voor al zijn inside-informatie. Ik heb een bezoek gebracht aan een vakman in hart en nieren, veel te bescheiden, maar met grote kennis van zaken en bijzonder inspirerend.

John Desmares, september 2009

 

Met dank aan Annelies


Reactie schrijven

Commentaren: 0